Aanstaande zondag lezen we het slotgedeelte uit het evangelie van Lucas. Het is een verschijningsverhaal, dat volgens Lucas plaatsvond vlak ná het verschijnen van Jezus aan de Emmaüsgangers. Maar hoe zag dat ‘plaatsvinden’ er uit? Hoe moeten we die verschijningen lezen? Als historische gebeurtenissen of als ‘geschiedenis’ die nog steeds gebeurt? Ik denk het laatste en daar wil ik zondag verder op ingaan. Jezus verschijnt onder andere in de wonden die hij laat zien aan zijn vrienden. En nog steeds is hij bij de gewonde en vermoorde mensen der aarde. Dat is ook de betekenis van het hongerdoek waar Jezus temidden van alle gewonden en vervolgde mensen uit de geschiedenis van Zuid-Amerika staat (zie afbeelding). We delen brood en wijn, net zoals Jezus in het verhaal van zondag eet met zijn vrienden.
Gedenken van Joodse mensen
In de zondagse viering gaan wij ook de namen noemen van de Joodse mensen die genoemd worden op het gedachtenisbord in de hal van onze kerk. in 202 hebben wij die namen op het Holocaustmonument ‘geadopteerd’ om er speciaal aandacht aan te geven. Heleen van der Honing en Adriaan Huson hebben ons voorgesteld om dit aanstaande zondag te doen door hun namen te noemen, kaarsen aan te steken en een lied te zingen. Na de viering zetten we een bos bloemen bij het bord met de namen.