Jesaja 30: 15-21 en Lucas 13: 22-30
De nadruk zal deze zondag liggen op de lezing uit Jesaja 30, die eindigt met de woorden “Dit is de weg, wandelt daarop.” De profeet had opgeroepen tot rust en bezinning, tot omkeer en het zoeken van Gods aangezicht, maar was op afwijzing gestoten. Belangrijk is om te bedenken in welke situatie de profeet die oproep had gedaan: een kritiek moment waarin het voortbestaan van zijn land aan een zijden draadje hing. In de lezing uit Lucas roept Jezus op tot het besef dat wat God van ons vraagt kan betekenen dat we als door een smalle poort moeten gaan, anders gezegd: op weerstand of zelfs tegenstand moeten rekenen. Maar in het verschiet ligt Gods belofte dat Hij zijn rijk zal vestigen. Dan zullen ze uit alle windstreken komen. De laatsten worden de eersten. Daarbij passen twee liederen van Willem Barnard: ‘De laatsten worden de eersten’ (NLB 990) en ‘Jeruzalem mijn vaderstad, mijn moederhuis, wanneer zal ik U zien zoals gij zijt: de bruid van onze Heer’ (NLB 737)
Hans van de Wal