Nieuwjaarsbegroeting
Vandaag begint de Epifanien-tijd. Een moeilijk woord. Wat je niet zeggen kunt, mag je tekenen en op dit kerstkaartje zie je het gebeuren: de wijzen rijden niet op een kameel door oosterse dorpjes, maar lopen met een sleetje door Hollandse sneeuw. Het verhaal van toen wordt verbonden met ons leven, onze tijd. In ons leven mag je iets terugzien van het kerstverhaal. God verschijnt in mijn leven. Epifanie = verschijnen, het is te zien!
Bekend is de Vlaamse schilder Pieter Breughel. Hij schilderde Jezus’ kribje in een Vlaams dorpje en landschap. Er wordt sneeuw geveegd, getimmerd, sprokkelhout verzameld , een varken geslacht. Kinderen spelen op het ijs en in de sneeuw. Allerlei mensen zijn nog onderweg. Opeens zie je midden in dit Vlaamse dorp tussen de gewone mensen Jozef en een hoogzwangere Maria op een ezel. Ze zijn op weg om zich te laten inschrijven. De dorpsherberg, het belastingkantoor van de Spanjaarden, wordt de stal van Bethlehem. De zon gaat straks onder, maar er zal een nieuw Licht in de donkere wereld schijnen.
Zo verbindt Breughel het bijbelse verhaal met zijn eigen tijd. En denken we vanmorgen niet alleen na over de geschenken die de wijzen bij zich hadden, maar veel dichter bij huis: wat geef ik aan het nieuwe jaar? Waaraan geef ik tijd, aandacht? Wat neem ik mee het nieuwe jaar in, wat kan ik geven? Daarin gaat het om mijzelf, om andere mensen, maar ook om mijn plekje in het verhaal en de geschiedenis van God en mensen.
Na de viering: gelegenheid om elkaar vrede en alle goeds te wensen én het glas te heffen (Matthijs Glastra).