Als je kijkt naar de evangeliën, dan staat er in alle vier een verschillend verhaal over het begin van Jezus’ tocht onder de mensen. Zo horen we in Johannes over de bruiloft te Kana waar Jezus te gast is. Als er dan een tekort dreigt te komen, gebeurt er iets wonderlijks. Het feest dooft niet uit maar kan toch doorgaan. Marcus en Matteüs vertellen over genezingen die Jezus aan mensen verricht. In Lucas horen we dat Jezus naar een synagoge gaat waar hij gevraagd wordt om uit de profeet Jesaja te lezen. Jezus kiest er dan voor om een gedeelte uit Jesaja 61 te lezen. Hierin gaat het over een nieuwe toekomst die geopend wordt: mensen die gebukt door het leven gaan, worden gezien en opgericht; zij die in een verdrukking zitten, worden in de ruimte gezet. Jezus eigent zich deze woorden toe en laat hiermee zien: “In dit spoor wil ik verder gaan”.
We kunnen ons hierbij de vraag stellen: Wat betekenen deze woorden voor de manier waarop wij Jezus zien én kunnen leren zien? En hoe kunnen deze woorden ons inspireren, in onze omgang met anderen, met onszelf?
Hartelijke groet, Margreet de Bree
Lezingen: Jesaja 42: 1, 5 -8 en Lucas 4: 14 – 22
