Wij leven in de Goede Week, de week tussen Palmpasen en Pasen, de week vol afscheid en lijden. We horen zoals alle jaren Bach’s Matthäus-Passion, we kunnen horen en zien op Witte Donderdag ‘The Passion’. De Passie over het lijden en sterven van Jezus. Brandt in elke kerkdienst de vlam van de Paaskaars, aangestoken in de Paasnacht vorig jaar, op Goede Vrijdag dooft die kaars. Alles wordt donker. Het sterven van Jezus dooft het licht. De rouw over zijn dood is intens en diep. Is dan alles voorbij? De kaars in ons kerkje doet zijn best zolang te blijven branden. Dit jaar zijn er elke week extra diensten. De avond-wake op elke woensdag voor met name Oekraïne, maar daarin ook voor al die plaatsen van lijden en dood door mensenhanden veroorzaakt, vraagt veel van de Paaskaars. Hij heeft het moeilijk dit jaar om brandend te blijven. De kaars is bijna opgebrand. Maar de dood heeft niet het laatste woord. In de Paasnacht ontsteken we, als alles duister is, een nieuw lichtend vuur, een nieuwe kaars, als teken van nieuw leven, van opstanding, bevrijding. Teken van nabijheid.
Ik hoop toch zo, dat de kaars als teken van licht en aanwezigheid, nieuw leven, dat ook mag zijn voor allen die lijden onder oorlog en onderdrukking. Ik hoop toch zo dat het licht zal opgaan over allen en bevrijdend werkt. Vrede brengt en nieuw leven (Elly Morelissen).