Wij kennen de uitdrukking ‘water bij de wijn doen’. Het komt er vaak op neer dat je iets wat sterk was (iets) gaat afzwakken. Van een standpunt of mening waar ik mij sterk voor maak ietsjes inlever. Water in de wijn doen: je gaat een moment niet versterken, maar verzwakken. Verdunnen i.p.v. verdikken. ’t Kan wel ietsje minder.
Vanmorgen gaat het over water dat wijn wordt, Johannes 2: 1-11. Daar horen we van een omgekeerde beweging! Iets wat lijkt af te zwakken, te vervagen, te mislukken wordt door Jezus weer sterk gemaakt. Jezus komt het dreigende mislukken van een liefdesfeest redden. De evangelist Johannes schrijft dan: dit is het eerste teken dat Jezus doet. Eerste klinkt als begin, beginsel (principe) van alle tekenen van het geloof: dat wat zwak is wordt weer sterk gemaakt. Dit mag je steeds weer terug verwachten bij Jezus. Hier zal hij steeds weer zijn best voor doen.
Vanmorgen staan we stil bij de twee weken die Aly Boven in Myanmar gaat werken in een lepraziekenhuis. We wensen haar sterkte, ‘we maken haar sterk’: we versterken haar op deze weg en wensen haar Gods zegen mee. De liturgie is daarop een beetje, samen met Aly, afgestemd. Juliette, Ed en Ralf zorgen voor een extra muzikaal extraatje voor onderweg. Water wordt wijn – het is het steeds terugkerend begin(sel) dat je gelooft in de kleine gewone dingen die mensen kunnen doen. Zoals Moeder Teresa zei: ‘God vraagt niet dat we grootse dingen doen, alleen kleine dingen met heel veel liefde.’
Matthijs Glastra