Zowel Matteus als Lucas markeren het begin van Jezus optreden met een grote rede. Bij Matteus op een berg, bij Lucas onder aan de berg in het open veld. Bij beide horen we een oud verhaal er doorheen klinken en wie goed luistert ziet Mozes die van de berg afdaalt met Gods Woord terwijl de mensen onderaan de berg op hem , hun leider, staan te wachten. Net zoals Mozes komt Jezus naar de mensen toe, wil Lucas vertellen. Net als Mozes zal hij heen en pendelen tussen God en mensen. Zal hij God en mensen verbinden, zal hij verbinden wat in het leven gebroken en verloren is gegaan. Bij het schrijven van zijn evangelie voelt Lucas de pijn en het verdriet dat dit twee aparte verhalen geworden zijn. Dat Joden en christenen elkaar al zo snel zijn kwijtgeraakt. Dat er een Oud en een Nieuw Testament is gemaakt van dit ene verhaal.
Na drie korte zaligsprekingen die dicht bij Jezus staan is er een vierde zaligsprekingen die veel meer gaat over 50 jaar later. Het bedreigde groepje volgelingen dat beledigd en belaagd wordt. Lucas vlecht in het verhaal van toen voortdurend de ervaringen van het nu. Deze week vroeg iemand aan me: ‘en Matthijs , hoe gaat het de gelovigen in Huissen?’ Wat zeg ik , zeggen we dan ? Duimpje omhoog, alles goed, in Huissen alles OK ! Of zijn het vooral de pijntjes en de zorgen, onze pleisters?
Onze zegeningen of ons ach en wee ? We lezen vanmorgen Lucas 6: 17 – 26 .
Matthijs Glastra
Je bent iedere zondag van harte welkom in ons kerkgebouw met in achtneming van alle geldende corona-afspraken.