Ik kreeg na de viering van afgelopen zondag een allerliefst mailtje. ‘Fijn dat je er weer bent. Genoten van al die mooie dingen die jij hebt meegenomen jouw vakantietrommeltje, je moet maar vaker op vakantie gaan !’ Laat ik dan direct maar zeggen dat van de volgende vakantie nog niets vaststaat, dus ik ben er nog even wél. Maar mijn trommeltje laat zich ook zonder vakantie ‘zo maar’ . onderweg gelezen en in mijn trommeltje gestopt: “je moet klein kunnen worden om het grote te ontvangen” en “liefde gelooft alles en wordt toch nooit bedrogen”.
Mooi en soms ook helemaal niet. Alex Roeka heeft het over ‘rauwe genade’. Liefde komt soms van een koude kermis thuis, bedrogen en verraden. In aansluiting op de vorige viering over ‘dichtbij jou komt het wel goed’’ (Psalm 73) en Ilja Leonard Pfeijffer met zijn pleidooi voor de kracht van het geloof in de liefde wil ik 1 Korinthiers 13 lezen. Liefde redt het niet altijd, Paulus noemt ook heel veel dingen op die er eigenlijk niets mee te maken hebben – maar de terugkerende vraag is en blijft: hou je er daarom maar mee op om in de liefde te geloven? Is liefde echt het meest, grootst, grenzeloos? Waar komt de kracht om erin te blijven geloven vandaan? Een klein gedicht van Willem Barnard en het lied “Credo voor een leeg hoofd” van Alex Roeka vormen de opmaat voor Paulus geloof in de liefde.