Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
Eens zal ik hem weer loven,
Mijn God die mij ziet en redt.
(Psalm 42 vers 6 en 12, Psalm 43 vers 5)
Psalm 42 (en 43) is een lied van verlangen, een schreeuw tot God; een gebed.
Een lied van verlangen én van hoop.
Bovenstaande cursieve woorden zijn het refrein in dit lied, in dit gebed.
Deze psalmdichter is misschien een tempeldienaar, die is gedeporteerd naar
Babel.
En ja, dan verlang je terug naar Jeruzalem, naar de tempel. Naar de feestelijke
samenkomsten.
De dichter krijgt er heimwee van.
Maar – Goddank! – de dichter blijft niet steken in het verleden, in nostalgie.
Hij praat op zichzelf in, herhaaldelijk, als een refrein: Wat ben je
bedroefd…
En dan gebeurt het: hij krijgt weer hoop! Hoe kan dat?
De sleutel – de clou – van deze psalm 42 + 43 ligt precies in het midden.
Er zijn in totaal 17 verzen; 12 + 5. En het middelpunt is dan vers 9:
Overdag bewijst de Heer mij zijn
liefde,
’s nachts klinkt een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven.
Zingen is dubbel bidden, dus voor uw dagelijkse huiskamer-godsdienstoefening
staan klaar:
Psalm 42 volgens het Liedboek
Psalm 43 volgens het Liedboek
Psalm 42/43 uit Psalmen voor Nu
En in de bewerking van Opwekking 281 / Evangelische Liedbundel 8
Ook gaan we zondag a.s. een nieuw lied zingen: uit de bundel Het liefste van
overzee, deel 2 nr 64.
Hartelijke groet,
Cor Flobbe