VREDESWEEK – ROEIEN MET RIEMEN VAN STRO
met riemen van stro
Ik vorder heel langzaam
maar traag is soms mooi.
Vriendschap is een vlot
dat moeizaam laveert –
de liefde een eiland
waar mijn boot zich graag meert”
Als je op Google roeit met de riemen die je hebt, vind je de meest onverwachte berichten. Een oud lied van de Belgische zanger Johan Verminnen. Over vriendschap als een wiebelig vlot op de grote zee van het leven. Over mensen die op zoek zijn naar plekken om aan land te gaan, grond onder de voeten. Houd me vast. Houd van mij. Leven en liefde: roeien met riemen van stro. . .
Vrede is in deze wereld ook zo’n wiebelig vlot. Op veel plekken in deze wereld kan ze niet aan land komen. De vredesduif die boven de wateren zweeft, en nergens een plekje om te landen, te rusten.
Vriendschap en vrede hebben tijd nodig – je kunt ze niet zo maar maken, ze vragen geduld, tijd, stap voor stap, langzaam – maar zeker! Deze zondag sluit ik aan bij de lezing waar Elly Morelissen vorige week aan begonnen is, Marcus 9: 33 – 50 (een paar verzen slaan we over, die zijn iets minder ‘passend’ in de vredesweek ). En daarbij een lied van Huub Oosterhuis (in IJmond werd het vroeger het Hoogovenlied genoemd): “Uit vuur en ijzer, zuur en zout , uit alles wordt een mens gebouwd”.
Uit alles . . . want alles kan een plek worden waar vrede en vriendschap voet aan land zetten.
Matthijs Glastra