Zondag cantate – zingt.
Lied 657, van Sytze de Vries, verwoordt hoezeer ons lied onze blijdschap vertolkt, hoezeer ons lied een draagvlak schept om vol te houden. Mét ons zingen komt het geloof dat God voor ons leven instaat. Het zingen tilt je boven jezelf en je sores uit. In ons lied weten we ons ook aanspreekbaar. We kunnen God niet loven en prijzen, zonder Hem metterdaad lief te hebben. Aanspreekbaar op de grote, Bijbelse, kernwoorden die we in ons dagelijks leven vervoegen. Als gemeente houden we de lofzang gaande omdat we weten dat God bezig is alles nieuw te maken. Na Pasen moet ’t er van komen. De afstand tussen enerzijds < Gods’ belofte van recht en vrede > en anderzijds < de harde werkelijkheid in die grote (Oekraïne) en kleine wereld die wij delen >, wordt in ons lied overbrugd. Al zingende zien we ‘t al gebeuren. Op hetzelfde moment weten we dat niet wíj de lofzang gaande houden, maar de Geest ons te zingen geeft. Zo houden we ’t vol, op zondag en door de week:
Zolang wij ademhalen
schept Gij in ons de kracht
om zingend te vertalen
waartoe wij zijn gedacht:
elkaar zijn wij gegeven
tot kleur en samenklank.
De lofzang om het leven
geeft stem aan onze dank.
Ds. Wim Blanken