17-7-2022 ds. Pieter Dirk Wolthaus


De evangelie lezing op zondag 17 juli a.s. is volgens het oecumenische leesrooster, Lukas 10 : 38 – 42, het verhaal over Martha en Maria. Het verhaal bestaat uit slechts  vijf versregels. Maar die paar regels hebben onder theologen, in de loop der eeuwen, heel wat  meningsverschillen veroorzaakt. Met soms als gevolg heel verschillende interpretaties van deze tekst.
Het probleem is dat we de oorspronkelijke Lukastekst niet kennen, maar alleen kopieën van latere datum. Er zijn wel 6 verschillende versies, die qua tekst, op bepaalde plaatsen, nogal van elkaar afwijken. Een lastige tekst dus, want welke lezing heeft de voorkeur bij de uitleg.
In ieder geval moeten we bij de uitleg van het verhaal niet in
zwart-wit denken vervallen en Martha en Maria tegen elkaar uitspelen. Lukas verwijst hier niet naar een bijbelse tegenstelling tussen werk en geloof, tussen actie en contemplatie. Hier is geen sprake van een tegenstelling tussen de ijverige Martha en de leergierige Maria en al helemaal geen overdrachtelijke tegenstelling tussen wat wel eens genoemd wordt “het werkverbond” van de joden en ”het genadeverbond” van de christenen.                                                                                                                                 
In ieder geval moet gezegd worden dat Maria niet kan bestaan zonder Martha. Het leven moet gevoed worden door eten en drinken. Maar “de mens leeft niet van brood alleen”, volgens Deuteronomium 8 : 3 (uit de eerste lezing van de zondag).
Het ontzagwekkende van de mens is dat de adem van God in hem woont die haar tot leven wekt. In de lezingen van deze morgen wordt dat geschetst als een ervaring. In gehoorzaamheid aan die levensadem wordt de mens zichzelf, iets waar velen naar verlangen. Over Jezus wordt gezegd dat de Volheid in hem leefde. In de eindige mens woont oneindige heiligheid. Daarop kan een mens zich afstemmen. Wie dat niet doet raakt vervreemd van die heiligheid of Volheid. Die vervreemding heeft onder ons flink toegeslagen waar we ons massaal afvragen of God wel een levende werkelijkheid is. We worden overspoeld door de gedachte dat we God zelf bedenken en onszelf een beeld scheppen.
Ik geloof in een levende God die door zijn adem in ons woont en zo ons schept naar zijn beeld. Een beeld aan de hand waarvan wij kunnen leven.

Ds. Pieter Dirk Wolthaus

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *