Mijn kleindochter Noa is na de vakantie begonnen in groep 3. Ze gaat leren lezen en schrijven. Elke dag een nieuw woordje heeft de juf gezegd. En het eerste woordje? IK! Da’s best handig en fijn als dat woordje goed kent. Ook wel fijn als je weet wie/wat/waar/hoe dat is: IK.
Jezus vraagt aan de mensen: wie ben ik? (Marcus 8:27- 9:1) En dan kun je aan de Facebook-light-versie denken: Jezus krijgt een dikke duim omhoog, jij bent super, cool. Maar Jezus nuanceert die lichtheid: niet alleen in goede tijden gaat het erom wie ik ben, maar ook in tijden van tegenslag en weerstand. Als het leven anders gaat dan ik had gehoopt. Wie ben ik dan ? Mijn kruis opnemen, zei iemand, is ja zeggen op wat mijn eigen plannen doorkruist.
Matthijs Glastra